DOSSIERS
Alle dossiers
Gepubliceerd op woensdag 28 februari 2024
LS&R 2236
||
12 dec 2023
12 dec 2023, LS&R 2236; ECLI:NL:GHAMS:2023:3113 (Appellante tegen Geïntimeerden), https://lsenr.nl/artikelen/het-nederlandse-registratiedossier-voor-glucamagnesium-behoort-toe-aan-appellante

Het Nederlandse registratiedossier voor Glucamagnesium behoort toe aan appellante

Hof Amsterdam 12 december 2023,IEF 21906, LS&R 2236; ECLI:NL:GHAMS:2023:3113 (Appellante tegen Geïntimeerden) Appellante was aandeelhouder van Bridgefarma B.V. en indirect van andere bedrijven die diergeneesmiddelen vermarkten, waaronder Glucamagnesium. In 2017 zijn appellante en geïntimeerden in overleg getreden over de koop en verkoop van aandelen in het bedrijf, waarbij de eigendom van het Nederlandse registratiedossier voor Glucamagnesium ter sprake kwam.

In de rechtbankprocedure heeft appellante in conventie geëist dat geïntimeerden worden veroordeeld tot nakoming van een overeenkomst, inclusief betaling van €500.000 en vergoeding van beslagkosten en proceskosten. In reconventie hebben geïntimeerden geëist dat de rechtbank hen erkent als rechthebbenden op alle rechten van een bepaald registratiedossier, en dat appellante hen vrijwaart tegen aanspraken met betrekking tot dit dossier. De rechtbank wees de vorderingen van appellante in conventie af en veroordeelde haar tot proceskosten. De vorderingen in reconventie werden niet behandeld. Appellante gaat tegen de beslissing van de rechtbank beslissing in beroep. Het hof behandelt de kwestie van de eigendom van het Nederlandse registratiedossier. Het betoog van geïntimeerden dat er nog een rechtshandeling nodig is voor de overdracht van het dossier wordt verworpen. Het hof concludeert dat appellante al sinds 1985 eigenaar is van het dossier, bevestigd door verklaringen van [persoon X] en het onderhoud van het dossier door appellante. Foto's en latere verklaringen van Werner Stricker worden als onvoldoende beschouwd. De bewering dat appellante het dossier niet te goeder trouw heeft verkregen wordt eveneens afgewezen. Het hof concludeert dat appellante het recht heeft om het dossier zonder beperkingen te gebruiken. Op grond van het voorgaande veroordeelt het hof geïntimeerden om aan appellante een schadevergoeding te betalen tegen afgifte van het Nederlandse registratiedossier voor Glucamagnesium. Geïntimeerden worden veroordeeld in de proceskosten.

5.24.[appellante] is sinds 1985 betrokken bij de import, verkoop, distributie en registratie van het product Glucamagnesium in Nederland. Omdat voor het verkrijgen van een handelsvergunning in Nederland vanaf 1992 een Nederlands registratiedossier noodzakelijk was, is dat aangemaakt en ontwikkeld. Werner Stricker heeft in 1994 besloten om de activiteiten in Nederland (volledig) te staken en om de onderneming SNBV stop te zetten. [appellante] heeft op verzoek van Werner Stricker vervolgens SNBV geliquideerd en in ruil daarvoor kreeg [appellante] de eigendom van het Nederlandse registratiedossier en mocht zij het product verkopen in Nederland, aldus [appellante]. De juistheid van dit betoog wordt naar het oordeel van het hof bevestigd door de verklaringen van [naam 1] van 9 juni 2017 en 23 juni 2017. [naam 1] heeft bovendien letterlijk verklaard dat de eigendom van het Nederlandse registratiedossier is overgegaan op [appellante] en dat [appellante] alle rechten heeft om de inhoud van het Nederlandse registratiedossier te gebruiken. Dat de eigendom van het dossier is overgegaan op [appellante] wordt verder bevestigd door het feit dat de handelsvergunning voor Glucamagnesium in 1994 op naam van [appellante] is gezet. Voorts heeft [appellante] onvoldoende weersproken gesteld dat het dossier sedertdien door en volledig voor haar rekening is onderhouden en geactualiseerd. [appellante] heeft in 2014 ook de tenaamstelling van de handelsvergunning voor Glucamagnesium gewijzigd van [appellante] naar Bridgefarma. Daar komt bij dat [appellante] onbestreden heeft gesteld dat zij nooit door Werner Stricker aansprakelijk is gesteld vanwege het gebruik van het Nederlandse registratiedossier of de handelsvergunning, alsmede dat Werner Stricker nooit aan [appellante] heeft verzocht om het Nederlandse registratiedossier af te geven. Bovendien staat vast dat Werner Stricker (Biokema) [geïntimeerden] heeft laten weten zich niet aan hun zijde te willen voegen in onderhavige procedure. [geïntimeerden] hebben hier onvoldoende tegenovergesteld.