DOSSIERS
Alle dossiers
Gepubliceerd op dinsdag 31 januari 2017
LS&R 1420
Reclame Code Commissie ||
22 dec 2016
Reclame Code Commissie 22 dec 2016, LS&R 1420; dossiernr. 2016/00693 (Cease-therapie profylaxe alternatief voor reguliere vaccinatie), https://lsenr.nl/artikelen/cease-therapie-bij-vaccinatieschade-en-homeopatische-profylaxe-alternatief-voor-reguliere-vaccinatie

Cease-therapie bij "vaccinatieschade" en Homeopatische profylaxe alternatief voor reguliere vaccinatie

RCC 22 december 2016, dossiernr. 2016/00693 (Cease-therapie profylaxe alternatief voor reguliere vaccinatie) Aanbeveling. Voorzitterstoewijzing bevestigd. Vgl. RB 2805. Cease-therapie bij "vaccinatieschade" en Homeopatische profylaxe alternatief voor reguliere vaccinatie. De Commissie bevestigt de beslissing van de voorzitter vanwege strijd met artikelen 6 en 7 NRC. In uiting 1 is sprake van de titel “vaccinatieschade, in het bijzonder autisme”. Hierdoor wordt gesuggereerd dat vaccineren kan leiden tot autisme. De voorzitter heeft geoordeeld dat hier een verband wordt gesuggereerd dat feitelijke grondslag mist.

Klager heeft in zijn klacht bestreden dat Homeopatische profylaxe net zo effectief zou zijn als vaccinatie. Gelet daarop lag het op de weg van adverteerder de juistheid van de volgende mededelingen over “homeopathische profylaxe: “(…) een net zo’n hoge effectiviteit heeft als een vaccin” en “(…) een methode die aantoonbaar net zo'n goede bescherming geeft als vaccinatie en gegarandeerd zonder de schadelijke gevolgen van de vaccins” aan te tonen. Naar het oordeel van de Commissie is adverteerder daarin niet geslaagd.

 

4. In uiting 1 is sprake van “vaccinatieschade, in het bijzonder autisme”. Hierdoor wordt gesuggereerd dat vaccineren kan leiden tot autisme. De voorzitter heeft geoordeeld dat hier een verband wordt gesuggereerd dat feitelijke grondslag mist.

In zijn bezwaar tegen de voorzittersbeslissing heeft adverteerder gesteld dat hij zal aantonen dat vaccinatie kan leiden tot (gezondheidsschade, waaronder) autisme. Vervolgens heeft adverteerder onder meer meegedeeld dat dikwijls heel moeilijk te bewijzen is dat vaccineren er de oorzaak van is dat een kind klachten heeft gekregen uit het autistische spectrum en -onder verwijzing naar bronnen op internet- dat rechters in een Amerikaanse en in een Italiaanse rechtszaak hebben geconcludeerd dat vaccineren de oorzaak is geweest van autistische klachten. Verder heeft adverteerder gesteld, onder verwijzing naar tekst in een bijsluiter, dat fabrikanten in hun bijsluiter duidelijk maken dat autisme een gevolg kan zijn van hun vaccin.

(...) In reactie op het bezwaar heeft klager onder meer meegedeeld dat “zeer veel gerenommeerde wetenschappers en onderzoeksgroepen” hebben getracht een verband te vinden tussen vaccinatie en autisme, maar dat zij hier geen van allen in zijn geslaagd.

Verder heeft klager gesteld dat het feit dat autisme soms na vaccinatie optreedt, nog niet wil zeggen dat autisme ook door de vaccinatie is ontstaan. Klager heeft er ook op gewezen dat het moment waarop autisme doorgaans aan het licht komt, vaak samenvalt met de voornaamste vaccinatieleeftijd (6-15 maanden), waardoor het verband met vaccineren soms sterk lijkt.

Over de in het bezwaar bedoelde Italiaanse rechtszaak heeft klager meegedeeld dat daarin een getuige-deskundige optrad die zich beriep op een frauduleus onderzoek van ex-arts Andrew Wakefield, en dat het desbetreffende vonnis in hoger beroep is vernietigd.

Over de in het bezwaar geciteerde tekst van een fabrikant over een vaccin en autisme  heeft klager opgemerkt dat het in deze tekst niet gaat over bijwerkingen die de vaccinfabrikant heeft vastgesteld, maar over meldingen van ouders en artsen van ieder min of meer ernstig gezondheidsprobleem dat zich na de vaccinatie voordeed, in een langere periode na vaccinatie, van een grote groep kinderen.

 (...)

Ter zitting heeft adverteerder met betrekking tot “het verband tussen vaccineren en autisme” gewezen op het resultaat van een onderzoek, uitgevoerd in 2004 voor -naar de Commissie begrijpt- het Amerikaanse RIVM, dat bij BMR-vaccinaties van Afro-Amerikaanse baby’s een drievoudig hoger risico op autisme bestond dan bij blanke kinderen. Verder heeft adverteerder gesteld dat Donald Trump:
- gelooft dat vaccins verantwoordelijk zijn voor “de autisme-epidemie”;
- nader onderzoek heeft aangekondigd en
- de officiële bewering dat er geen verband bestaat tussen vaccins en autisme verwerpt.

Ten slotte heeft adverteerder ter zitting meegedeeld dat hij het niet relevant acht of er wel of niet ‘wetenschappelijk bewijs’ is voor de relatie tussen vaccineren en autisme. Het zijn de ouders die menen dat hun kind na de vaccinatie verschijnselen ging vertonen die vallen onder het autistisch spectrum, aldus adverteerder.

6. In uiting 2 wordt onder het kopje “Homeopatische profylaxe” onder meer gesteld: “Homeopatische Profylaxe; alternatief voor vaccinatie”
en “In Australië heeft homeopathisch arts Dr. lsaac Golden zich vanaf 1985 gespecialiseerd in het geven van homeopathische geneesmiddelen ter preventie van potentieel gevaarlijke (kinder)ziekten. In diverse boeken en publicaties rapporteert hij over zijn onderzoek en het onderzoek van anderen dat aantoont dat homeopathische profylaxe, dus het geven van homeopathische geneesmiddelen, een net zo’n hoge effectiviteit heeft als een vaccin”

en

“Dus, als u wilt voorkomen dat uw kind de bof, mazelen, kinkhoest of een andere infectieziekte krijgt en u kiest er voor uw kind niet te laten vaccineren, dan is dit een methode die aantoonbaar net zo'n goede bescherming geeft als vaccinatie en gegarandeerd zonder de schadelijke gevolgen van de vaccins. (...)

Klager heeft in zijn klacht bestreden dat Homeopatische profylaxe net zo effectief zou zijn als vaccinatie. Gelet daarop lag het op de weg van adverteerder de juistheid van de volgende mededelingen over “homeopathische profylaxe:

“(…) een net zo’n hoge effectiviteit heeft als een vaccin” en

“(…) een methode die aantoonbaar net zo'n goede bescherming geeft als vaccinatie en gegarandeerd zonder de schadelijke gevolgen van de vaccins” aan te tonen. Naar het oordeel van de Commissie is adverteerder daarin niet geslaagd. De enkele verwijzing door adverteerder naar de bij het bezwaarschrift gevoegde “Lijst van publicaties over de effectiviteit van homeopatische profylaxe” vormt onvoldoende grondslag voor bovengenoemde mededelingen.

Ook de verwijzing door adverteerder, met bronvermelding, naar homeopatische profylaxe, gegeven aan 2,3 miljoen Cubanen, hetgeen -aldus adverteerder- leidde tot een spectaculaire daling van het aantal doden aan leptospirose, rechtvaardigt niet bovengenoemde mededelingen.   

Klager heeft ten aanzien van het desbetreffende onderzoek onder meer gesteld dat dit weinig wetenschappelijke waarde heeft; het werd uitgevoerd zonder controlegroep, randomisatie of blindering. Verder heeft hij er op gewezen dat de uitbraak van leptospirose al over zijn piek heen was toen nog maar een minderheid van de bevolking homeopatische profylaxe had ontvangen. Bovendien heeft klager meegedeeld dat terwijl een dekkingsgraad van 96% in de desbetreffende regio werd bereikt, dit niet leidde tot zelfs maar een tijdelijke immuniteit van de bevolking voor leptospirose. Bij effectieve reguliere vaccinatie betekent een dergelijke hoge dekkingsgraad dat de ziekte vrijwel uitgeroeid moet zijn, aldus klager. 

Nu adverteerder de juistheid van bovengenoemde mededelingen niet heeft aangetoond, gaat uiting 2 gepaard met onjuiste informatie ten aanzien van de van het gebruik van homeopatische profylaxe te verwachten resultaten als bedoeld in artikel 8.2 aanhef en onder b NRC. Nu de gemiddelde consument er bovendien toe kan worden gebracht een besluit over een transactie te nemen dat hij anders niet had genomen, is de uiting misleidend en daardoor oneerlijk in de zin van artikel 7 NRC.

8. Wel is de Commissie van oordeel dat de uiting zonder te rechtvaardigen redenen appelleert aan gevoelens van angst als bedoeld in artikel 6 NRC, waar onder het kopje “De veiligheid van vaccinaties” wordt gesteld:

“Maar we weten ook dat mensen overlijden als gevolg van een vaccinatie of permanente hersenbeschadigingen oplopen”. De Commissie overweegt daartoe het volgende.

In zijn klacht heeft klager gesteld dat hier sprake is van “ongefundeerde bangmakerij”. Klager heeft hiertoe aangevoerd dat er geen recente gevallen van hersenbeschadiging of overlijden als gevolg van vaccinatie bekend zijn, zeker niet in Nederland, waarbij klager verwezen heeft naar www.lareb.nl.